Beschrijving

We weten allemaal wat we moeten doen om gezond te leven en te werken, maar we slagen er niet altijd in.

In deze aflevering heeft professor Emelien Lauwerier het over gedragsverandering en welke factoren bijdragen tot gezond werkgedrag. Ook het herkennen van stress signalen, zelfzorg, grenzen stellen en E-health komen aan bod.

Emelien Lauwerier

Emelien Lauwerier is docent-onderzoeker Gezondheidspsychologie aan de vakgroep Experimenteel-Klinische en Gezondheidspsychologie binnen de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en geaffilieerd docent aan de Vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg binnen de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, UGent. Na haar studie klinische psychologie aan UGent (2007) promoveerde ze in 2013 rond chronische pijn.

Haar huidige onderzoek situeert zich op de intersectie tussen psychologie en geneeskunde waarbij ze gezondheidspsychologische theorieën en concepten vertaalt naar preventie en de geneeskundige praktijk. Specifieke onderzoeksinteresses zijn aanpassing aan chronisch ziek zijn (veerkracht, motivatie). Haar werk focust ook op (interventies ter bevordering van) veerkracht, mentaal welzijn, en identiteitsbeleving bij professionals en (geneeskunde-) studenten.

Getuigenis - Sara Drieghe

Sara is teamleider van Trustpunt, de dienst psychosociaal welzijn van de UGent.

“Ik moet heel vaak aan dat beeld denken in het vliegtuig, dat je eerst je eigen zuurstofmasker moet opzetten alvorens je andere mensen kan helpen. Af en toe stilstaan en bewust even nadenken van "Hoe is het met mij nu?" en "Wat heb ik ik nu nodig?". Ik vind dat essentieel om het te kunnen volhouden."

Transcriptie

Pieter: [00:00:01] Hallo, dit is het betere werk. Een podcast over hoe we ons werk werkbaar houden. Interessant, uitdagend en liefst zonder te veel ergernissen en zonder problemen. Ik ben Pieter. Ik werk zelf aan de UGent, aan de vakgroep Communicatiewetenschappen en ik heb er een ongelooflijk boeiende, maar soms wel uitdagende job.

Lore: [00:00:20] En ik ben Lore. Ik ben vertrouwenspersoon bij Trustpunt aan de UGent. Collega's kunnen bij mij terecht als ze zich niet goed voelen op het werk.

Pieter: [00:00:27] Samen gaan we op zoek hoe we ons werk werkbaar kunnen maken. In elke aflevering krijgen we dan ook het verhaal van iemand die iets meegemaakt heeft rond zijn of haar welzijn. En we praten ook met experten. Die leren ons de dynamieken rond werk beter kennen.

Lore: [00:00:40] En ik deel concrete tips om met struikelblokken om te gaan op het werk. Hopelijk kan je die morgen al toepassen om zo nog meer plezier te beleven aan het werk.

Voxpops: [00:00:50] Ik zorg inderdaad onvoldoende voor mezelf. Het is vaak luisteren naar mijn eigen lichaam, want ik moet er ook niet overgaan. De volgende dag moet ik fris aan mijn bureau kunnen. Ik heb wel een ogenblik gehad dat ik heel veel stress had. Dat was met een nieuwe job. Lopen, duursporten, is voor mij ook een manier om tot rust te komen. De UGent is dan echt heel ver weg.

Pieter: [00:01:15] Gezondheid is een hele brede term. Je hebt fysieke gezondheid, je hebt mentale gezondheid, en al hetgeen dat er tussen ligt. Het is niet altijd gemakkelijk om gezonde keuzes te maken tijdens uw werk veronderstel ik. Bij jou ook niet Lore?

Lore: [00:01:26] Nee, zeker niet. Ik denk maar aan vanochtend. Dat was echt een typische ochtend, een veelheid van taken, mails die binnenkwamen. En ik had wel even een stressmomentje. Alhoewel ik dan zeer goed weet dat het best is om eventjes de micropauze in te lassen - eens een koffietje halen of eventjes naar buiten gaan - heb ik dat niet gedaan. En dat maakt natuurlijk dat mijn stressniveau echt de hoogte in ging.

Pieter: [00:01:47] Super herkenbaar. Ik ben een tijdje geleden langs geweest bij Sara, één van onze UGent collega's en ook zij heeft het niet altijd gemakkelijk om gezonde keuzes te maken tijdens de werkuren.

Sara: [00:01:58] Mijn naam is Sara, Sara Drieghe, en ik ben hier tien jaar geleden aan de UGent begonnen. Ik ga niet zeggen dat mijn werk mijn leven is maar het is toch een heel groot deel van de zingeving in mijn leven en van mijn identiteit. En dat is soms een valkuil. In de zin dat het soms moeilijk af te bakenen is. Maar goed, inhoudelijk, de thematiek dan, ja daar ben ik heel vaak mee bezig. Ik leer ook voortdurend bij en dat is soms moeilijk om af te grenzen. En het lastige is soms dat je het gevoel hebt dat je nooit klaar bent. Soms zou ik het wel eens fijn vinden om te kunnen zeggen: “De werkdag is ten einde. Ik ben klaar. Er ligt niets meer op de plank”. Ik heb ook een heel groot verantwoordelijkheidsgevoel en zie ook overal opportuniteiten. En dan denk: “Dit gebeurt, we moeten op de kar springen” en daar ben ik wel al een aantal keren tegen grenzen gebotst.

Pieter: [00:02:52] Ik denk dat dat heel herkenbaar is Lore, wat Sara vertelt?

Lore: [00:02:56] Ja, inderdaad. Ik zie bij veel collega's dat ze echt volledig voor hun werk gaan en dat het ook een heel belangrijk deel uitmaakt van hun leven en meer bepaald van hun identiteit. En hoe baken je een deel van je identiteit af?

Pieter: [00:03:07] Awel, ik ben het gaan vragen aan Emelien Laurier. Zij is docent gezondheidspsychologie en ik heb haar gevraagd of zij Sara begrijpt wanneer ze zegt dat het niet gemakkelijk is om werk van zich af te zetten. Omdat het net zo een heel belangrijk deel van haar identiteit is.

Emelien: [00:03:21] Ik ben in Emeline Laurier. Onderzoek, onderwijs, dienstverlening binnen het domein van de gezondheidspsychologie, dat is mijn ding en daar hou ik mij dagdagelijks mee bezig. Laat ons zeggen dat mijn werk een heel groot deel van mijn doen en laten bepaalt. Het is een beetje een misvatting dat daar ooit iemand immuun voor is natuurlijk. En met heel veel mensen doen we veel. We willen het beste geven en zien en op ons werk van alles opnemen. En natuurlijk inderdaad ook in academische context. Dat is iets wat ik ook zelf heel erg merk. Dat vraagt ook wel veel van je. Het stopt nooit en dat is in veel werk contexten zo. We kunnen altijd blijven werken eigenlijk.

Pieter: [00:04:04] We hebben daarnet Sara gehoord die zei dat ze het gevoel had dat ze nooit gedaan had met werken. Op het einde van de werkdag is er altijd nog werk over. Hoe kun je er eigenlijk voor zorgen dat je op het einde van je werkdag kunt zeggen: kijk, nu laat ik mijn werk achter mij.

Lore: [00:04:18] Eerst en vooral denk ik door een goede agenda planning. Zeker en vast ook een realistische planning, zodat je kan doen wat je die dag gepland hebt. Daarnaast ook een verplaatsing, fysiek dan. Letterlijk afstand nemen van je werk. In corona tijden is dit natuurlijk wel moeilijker aangezien we thuis werken. Maar dan kan het bijvoorbeeld helpen om je naar een andere ruimte te verplaatsen of om andere kleren aan te trekken na het werk, om echt die grens aan te tonen. Je kan ook iets plannen na de werkdag, een ritueel inbouwen. Dat kan dan gaan over een korte wandeling, een koffie afhalen of afspreken met een vriendin om een babbeltje te doen. Dus echt een ritueel gaan inplannen om afstand te nemen van de werkdag.

Pieter: [00:04:58] Bij mij is dat mijn bureau opruimen. 

Lore: [00:05:00]Voilà, ideaal. 

Pieter: [00:05:01] Alles proper. Totdat er niks meer op mijn bureau ligt. En dan alles in mijn boekentas. En dan naar huis.

Lore: [00:05:06] Ja super voorbeeld he!

Pieter: [00:05:07] Het is denk ik niet slecht om veel verantwoordelijkheidsgevoel te hebben op het werk. Maar hoe kun je er nu voor zorgen dat het niet teveel wordt? Dat je niet te veel hooi op je vork neemt?

Lore: [00:05:16] Daarvoor moet je natuurlijk zelf eerst de grenzen kennen en weten wanneer het voor jou te veel wordt. Pas als je dat weet, kan je aangeven aan anderen, je collega's en je leidinggevenden, waar jouw grens ligt.

Pieter: [00:05:28] Sara zei daarnet dat ze heel gepassioneerd is door haar werk. Maar moet dat eigenlijk?

Lore: [00:05:32] Nee, zeker niet. Sommige mensen leven voor hun werk en andere mensen zien het louter als een manier om brood op de plank te krijgen. En dat is perfect oké. Het lijkt me vooral belangrijk dat je er op een of andere manier voldoening uit haalt en dat kan voor iedereen verschillend zijn.

Pieter: [00:05:47] Maar voor Sara is het heel duidelijk: haar werk is een heel belangrijk deel van haar identiteit. Ja, en dan moet je natuurlijk zien dat je er niet over gaat.

Sara: [00:05:54] Dat is ongeveer... ik moet eventjes nadenken... ik denk vier à vijf jaar geleden. Dat was ook een periode waarin we slechts met heel weinig vertrouwenspersonen waren. Dus ja, het werk moest gewoon verdeeld worden over weinig mensen. Plus, we moesten toen een aantal zaken opstarten. Ik sliep vrij diep en ik moest 's nachts opstaan en op een bepaald moment ben ik op weg naar de badkamer flauwgevallen. Ik ben met mijn hoofd tegen de muur gebotst en bleek een hersenschudding te hebben. Dus ik ga bij de dokter en die zegt “ik ga jou een paar dagen ziekte voorschrijven want je moet wel tot rust komen”. En ik ben toen beginnen huilen. Dat was voor mij zo confronterend, want ik ben beginnen huilen vanuit het idee “Nee, nee, nee. Ik heb geen tijd om nu een paar dagen thuis te zijn, want ik moet dat en dat en dat nog doen”. Alsof je onmisbaar bent. Niemand is onmisbaar. En of het project nu afgerond is, of binnen twee weken, dat gaat eigenlijk niet zo veel verschil maken. En toch in was dat in mijn hoofd een drempel waar ik niet omheen kon.

Pieter: [00:07:04] Sara moest echt letterlijk 's nachts op de grond vallen voordat ze besefte van oei, er is hier iets echt niet goed. Krijgen jullie bij het Trustpunt vaak mensen over de vloer die iets gelijkaardigs meegemaakt hebben?

Lore: [00:07:14] Ja zeker, dat is geen alleenstaand feit. We horen regelmatig mensen die vroeg of laat zoiets meemaken. Je hebt daarin heel veel gradaties. Je hebt mensen die plots crashen en van de ene dag op de andere uitvallen op het werk. Maar je hebt zeker ook mensen die zeer geleidelijk aan over een grens heen gaan, en die zelf soms niet doorhebben dat ze over hun grenzen gaan of die de signalen negeren. En soms vraagt het ook wel een confronterende ervaring om je gedrag effectief te gaan aanpassen.

Pieter: [00:07:41] Emelien, onze docente gezondheidspsychologie, die stelt het zo:

Emelien: [00:07:45] In therapie en begeleiding is dat ook het allereerste dat wij doen met mensen. Je hebt eigenlijk een onderscheid tussen de klachten waarmee ze zich aanmelden, wat wij dan de persoonlijke stijl noemen. En dan de omgeving ofwel de problematiek waarmee ze nu zitten. Het punt waarin ze vast zitten. Of inderdaad, die klachten zoals duizeligheid enzovoort die zijn terug te brengen tot een combinatie van die drie zaken eigenlijk. Onder persoonlijke stijl valt het idee "Ik ben iemand die moeilijk kan afgrenzen. Ik bijt  me voluit vast in de dingen". 

Dan heb je ook de omgeving. Die wordt ook geschetst in die getuigenis. “Het is een context waarin we met weinig waren, er kwam heel veel werk op ons allemaal af.” In welke mate relateert dat aan die persoonlijke stijl en ook aan dingen in de omgeving? Hoe kunnen we gezondheidsgedrag begrijpen en beïnvloeden? Motivatie is één factor uit die persoonlijke stijl, het is de manier van omgaan met de context, maar is ook uw manier van denken. Ben ik echt zo onmisbaar? Doorheen de literatuur en in vele jaren onderzoek gebleken dat er tal van factoren zijn die een invloed hebben op of mensen bepaald gezondheidsgedrag al dan niet zullen stellen?

Je hebt verschillende categorieën. Je hebt factoren die iets moeilijker te beïnvloeden zijn: leeftijd is er één van. Maar je hebt nog andere categorieën van beïnvloedende factoren, zoals bijvoorbeeld sociale factoren. Dat zijn factoren die ook een heel grote invloed hebben op of we gedrag al dan niet zullen stellen. Kijk bijvoorbeeld naar de invloed van ouders bij kinderen, of de invloed van leeftijdsgenoten.

Een andere categorie van factoren, en dan kom ik echt wel binnen mijn domein, zijn zogenaamde cognitieve factoren. Daar is binnen de gezondheidspsychologie heel veel onderzoek naar gedaan. Kennis is bijvoorbeeld zo'n cognitieve factor. Neem nu het voorbeeldje van zonnebaden. Vandaag de dag zijn de normen daaromtrent toch wel wat anders. We weten ook dat je niet overmatig in de zon moet gaan liggen en dat je jezelf best beschermt. Weten is een heel belangrijk iets wat zal maken dat we ons gedrag ook wel een stukje zullen aanpassen. Dat is maar één aspect. Kennis is nooit voldoende en daarom heeft men doorheen de tijd ook wel tal van andere cognitieve factoren weten te onderzoeken. En dat is bijvoorbeeld om maar iets te zeggen: uw attitude of uw houding ten opzichte van een bepaald gedrag, uw eigen effectiviteitsverwachting om er maar een term tegenaan te smijten. Het geloof dat je hebt dat je bepaald gedrag kan stellen. Je kan bijvoorbeeld stoppen met roken enorm belangrijk vinden, maar denken dat je niet kan weerstaan aan groepsdruk.

Pieter: [00:10:39] Ja Lore, Sara heeft verteld over stressvolle situaties. Heel veel werkdruk. Klinkt allemaal heel herkenbaar. We hebben ook niet altijd zoveel tijd op het werk. Wat kan je op een dag doen om die stress of die druk een beetje te verlichten?

Lore: [00:10:54] Dat is zeer individueel natuurlijk. Het is belangrijk om te luisteren naar je eigen lichaam om te weten waar jij nood aan hebt. Over het algemeen is het goed om je bewust te zijn van je ademhaling en om even weer naar de buikademhaling te gaan op momenten dat je stress hebt, maar ook zeker en vast om voldoende micropauzes in te lassen, om zo eventjes je focus te verleggen. Dat kan gaan over eventjes naar buiten gaan, een koffietje gaan drinken, eventjes met iemand praten. Fysieke beweging is ook zeer belangrijk. Dat hoeft niet altijd lopen te zijn, maar je kan evengoed enkele stretchoefeningen doen of al rechtstaand werken. Zorg zeker en vast ook voor voldoende slaap, want dat maakt dat we overdag ook meer aankunnen.

Pieter: [00:11:34] En het is ook de druk die zich opstapelt. Sara zegt dat ook. Hoe stel je nu grenzen voor jezelf op het werk?

Lore: [00:11:40] Je kan tijd kopen. We hebben de neiging om zeer snel ja te zeggen als je collega of je leidinggevende iets komt vragen. Maar het is eigenlijk perfect oké om aan te geven dat je het eventjes wil laten bezinken en dat je de planning eens wil bekijken. Op die manier kan je een stuk tijd kopen om meer bewuste keuzes te maken.

Pieter: [00:11:56] En doe je dat in je privéleven ook?

Lore: [00:11:58] Zeker en vast. Ik heb ook een zin in mijn hoofd die ik af en toe eens gebruik als ik mijn grenzen wil afbakenen. Kan zeker ook helpen voor mensen die het daar lastig mee hebben. Ik gebruik heel vaak. "Ik vind het fijn dat je aan mij denkt, maar op dit moment heb ik nood aan rust en ga ik passen".

Pieter: [00:12:14] Dat is één die ik moet onthouden. En op het werk dan? Als je dat tegenover jouw baas moet doen of tegenover je leidinggevende. Ik veronderstel dat je dat anders aanpakt?

Lore: [00:12:22] Ja inderdaad. Dan zeg ik iets in de zin van: "Het is heel fijn dat je aan mij denkt, maar op dit moment heb ik veel op mijn plateau en kan ik het niet allemaal doen. Dus wat heb jij het liefst dat ik nu vastneem?"

Pieter: [00:12:32] OK. Prioriteiten stellen dus.`Lore: [00:12:35] Ja, klopt.

Pieter: [00:12:36] Het is dus niet gemakkelijk om in te zien of toe te geven dat het af en toe te veel wordt. Want het lijkt allemaal interessant. En overal is het aanlokkelijk om ja te zeggen, maar je kan het niet allemaal doen. En dan moet je gewoon in actie komen.

Sara: [00:12:47] Het voelde een beetje als een falen en dat is geen fijn gevoel natuurlijk. We zitten ook in een mentaal vrij belastende job en zien vaak mensen die zich niet goed voelen op het werk. Ik denk dus dat het een beetje een combinatie is van verschillende factoren. De hoeveelheid en verscheidenheid aan taken, het feit dat we met te weinig mensen waren, dat heeft daar eigenlijk voor gezorgd. En het niet kunnen loslaten. Als je dan 's avonds doorwerkt neem je weinig ruimte om rustgevers in te bouwen. Ons lichaam is niet gemaakt om continu onder stress te staan natuurlijk. Mensen uit mijn thuisomgeving hebben dat zeker gesignaleerd. Mijn partner, maar ook mijn zussen en mijn moeder. In eerste instantie lachen mensen er een beetje mee van "Allee, je bent gelijk altijd met uw werk bezig". In eerste instantie ziet men het ook nog niet echt als een probleem omdat je er zo enthousiast over bezig bent. Maar goed, als iemand dan belt en je zegt "ik heb niet zoveel tijd want ik moet nog werken". Ja, doe dat één keer, ok. Doe het 2 keer, ok, maar de derde keer is het geen toeval meer. Zelfs mijn leidinggevende zei "Komaan Sara, je bent niet goed bezig. Je moet even afremmen. En het hoeft niet allemaal nu meteen te gebeuren en je hoeft niet elke kans te grijpen die zich voordoet". Maar dat is moeilijk als je het graag doet. Ik voel heel vaak als er iets niet pluis is, dat het begint met een krop in mijn keel en een druk in mijn oren. Dus altijd het gevoel alsof er iets verstopt zat in mijn oren. Nu weet ik dat het signalen zijn van mijn lichaam die zeggen van even een stap terug te nemen. Ook vermoeidheid en nooit het gevoel hebben van uitgerust te zijn. Ik ben echter een goede slaper en ik ga ook op tijd gaan slapen. Maar toch, opstaan met een gevoel alsof ik heel de nacht wakker gelegen heb. Zo voelt dat voor mij fysiek vooral aan. Als ik daar niet naar luister, dan begint er echt een drukkend gevoel op mijn borst te komen. 

Emelien: [00:14:54] Hoe komt het dat mensen bepaald gedrag bleven stellen, vooral ongezond werkgedrag dat wel wat negatieve consequenties met zich meedraagt, terwijl men weet dat dat eigenlijk niet the way to go is? Weten is één ding, maar er is natuurlijk wel meer nodig om effectief veranderingen te gaan doorvoeren in een werkcontext. Dat komt eigenlijk omdat kennis en attitude slechts het eerste toetssteentje zijn. Hoe kan dat gedrag nu verwezenlijkt worden? En we zien echt wel heel typisch dat dit wel een aantal fases doorgaat. 

Een eerste fase is de motivatie opbouwen. En dat kan door kennis aan te reiken en mensen te laten inzien dat werk belangrijk is, maar daarnaast ook wel nog andere aspecten. Het is niet omdat we de motivatie hebben om iets aan ons gedrag te veranderen, dat we er effectief in slagen om ook effectief iets in de praktijk reëel te gaan veranderen. En dat noemen we eigenlijk de intention behavior gap, de kloof tussen intentie en gedrag. Dat zie je bij heel veel gedragingen. De goede voornemens: op 1 januari zie je daar een heel lange lijst. En als je mensen dan na verloop van tijd zou vragen van "hoeveel van de zaken op de lijst heb je effectief gerealiseerd?" Ja…  En met gezondheidsgedrag is dat een extra uitdaging omdat het niet altijd fijn is. Bijvoorbeeld meer bewegen of gezond eten, enfin, aan u mentaal welzijn werken. Dat vraagt inspanning en dat vraagt tijd. En dat gaat over het veranderen van oude gewoontes in iets nieuws. We zien onszelf graag als rationele wezens, maar dat is eigenlijk allerminst het geval. Je hebt de ratio. Dat is een heel traag systeem dat ons in staat stelt om beredeneerde beslissingen te maken. Dat vergt ook wel wat energie. En dan heb je het impulsieve systeem. En dat gaat heel snel als het neerkomt op de keuzes die we maken rond gezondheid. Of het nu gaat over leefstijl, beweging of voeding: we worden in sterke mate gedreven door het impulsieve.

Pieter: [00:17:02] Dus begrijp ik het juist? Eerst moet je weten dat je stress hebt. Pas daarna moet je er iets aan willen veranderen. En dan komt de verandering.

Lore: [00:17:10] Nu ja, enerzijds moet je weten dat je stress hebt, maar het is ook heel belangrijk om kennis te hebben van de negatieve gevolgen van stress en pas dan ga je er iets aan willen veranderen. Heb je de intentie om daar iets aan te doen? Dan kan je overgaan tot actie.

Pieter: [00:17:23] Hoe weet je dan dat er iets fout zit?

Lore: [00:17:25] Dan weet je door de stress signalen die je lichaam uitzendt. Bij mij zit dat voornamelijk in mijn keel en buik. Ik krijg echt een zeer grote onrust in mijn buik.

Pieter: [00:17:33] Bij mij is het de ademhaling die niet goed gaat en die begint te stokken als ik echt een stressvolle dag tegemoet ga. En bij Sara, die kan het ook heel duidelijk benoemen. Daar is het vermoeidheid, ook die krop in de keel. Maar ik denk dat dat niet bij alle mensen hetzelfde is. Wat kom je ze nog allemaal tegen bij het Trustpunt? Met welke klachten komen mensen binnen?

Lore: [00:17:52] Bij de ene persoon is de hoofdpijn, kan ook gaan over zweten, ook huidproblemen kunnen aan bod komen, zoals eczeem of uitslag. Dat kan haaruitval zijn, tintelingen, misselijkheid, buikpijn, koortsblazen, infecties en veel meer.

Pieter: [00:18:06] Het kan dus eigenlijk vanalles zijn. Als je één van de symptomen voelt, wat moet je dan doen? Hoe moet je daarnaar luisteren?

Lore: [00:18:11] Je moet het eigenlijk aanvaarden als feedback van je lichaam en daar ook dankbaar voor zijn en het zien als een opportuniteit om effectief in te grijpen.

Pieter: [00:18:18] Maar Sara, die wou echt geen kansen laten liggen. Dus al die kansen komen op je af, je kan geen nee zeggen, je doet je job graag. Dan is het aanlokkelijk om tijdens je vrije tijd ook met je werk bezig te zijn. Klinkt dat bekend in de oren?

Lore: [00:18:30] Ja, zeker en vast he. Veel mensen strugglen daarmee.

Pieter: [00:18:33] Ja, wat raad je die mensen aan om te doen?

Lore: [00:18:35] Het is natuurlijk een en-en verhaal. Het ene sluit het andere niet uit. Het is niet problematisch om buiten je werk ook nog te werken. Het is enkel problematisch als je daar last van begint te hebben. Dus het is niet per omdat je dat doet, dat dat fout is. Dat is ook weer zeer individueel.

Pieter: [00:18:49] Maar Sara, die heeft actie ondernomen.

Sara: [00:18:51] Ik heb een beetje, hoe moet ik het zeggen, een stapje teruggenomen en nagedacht van: “Ok, je weet hier eigenlijk zelf behoorlijk veel over”, omdat ik ook stress en burn-out coach ben. Stel u voor. En dan ben ik gaan nadenken over dingen die mij helpen daarin? En één van die zaken is meditatie omdat dat je verplicht om niets te doen. We zitten eigenlijk heel vaak continu in een ‘doe-modus’ en ik moest echt meer tijd nemen om over te gaan naar een ‘zijn-modus’. Daarnaast heb ik ook keuzes gemaakt in hoeveel ik nog 's avonds werkte en in het weekend. Bijvoorbeeld, spreek ik dan met mezelf af dat als ik echt zaken moet af krijgen, dat ik bijvoorbeeld zaterdag 2 uur en zondag 2 uur werk, maar dat dat echt afgebakend is. Tijdens de werkdag, om mijzelf af en toe een rustmoment te gunnen, maak ik gebruik van een oefening die ik geleerd heb in de mindfulness: de 3 minuten ademruimte. Dit doe ik regelmatig als ik voel dat ik bijvoorbeeld op de gang loop en heel snel begin te stappen. Dan is dat voor mij al een signaal van "Rustig, rustig". En dan probeer ik echt die 3 minuten ademruimte te nemen. Of dat doe ik ook meer dan vroeger: gewoon even naar buiten gaan. Echt even in de buitenlucht zijn helpt mij om eventjes te deconnecteren. En dan heb ik het gevoel dat ik daarna ook meer energie heb. Wat ik vroeger zou gedaan hebben is iets halen om te snoepen, of een cola halen. Maar dat helpt eigenlijk gewoon niet. Ik ben ook meer beginnen sporten en daar echt bewust tijd voor gaan maken. Want goed, je weet dat sport goed is voor je gezondheid, maar het is vaak ook het eerste dat je laat als er veel op de plank ligt. Ik ben mezelf ook echt gaan verplichten om dagelijks minimaal een half uur te bewegen.

Emelien: [00:20:47] We noemen dat eigenlijk cognitieve diffusie wat je doet. Mensen kunnen zodanig één worden met hun gedachten dat dit de enige waarheid is en dat er niets anders waar is. Dan wordt er vaak een metafoor gebruikt van een boom die aan de kant van een rivier staat. De blaadjes vallen eraf en je kan zodanig gefocust zijn op het vallen van de bladeren, en de weg dat ze volgen, en die rivier, en het feit dat ze blijven vasthangen achter een stok, ... Of je kunt ernaar kijken en zeggen: de blaadjes vallen, daar drijven ze en ze gaan weer weg. Dat is een heel andere manier van naar de dingen kijken. Niet blijven vast hangen. En dat is een vaardigheid. Wanneer ik tijdens begeleiding ontspanningsoefeningen en mindfulness voorstel, hoor ik "Ah ja nee, dat is niets voor mij" tot, "Ik heb dat eens geprobeerd, maar dat ging niet hoor". Het is in het begin zeker makkelijker om het niet te doen, want het vergt wel energie. Het is oude gewoontes doorbreken eigenlijk. Dus oké, ik wil iets veranderen en dan is er de fase van het realiseren van uw acties. En dan is de voornemens omzetten in gedrag.

Pieter: [00:22:04] Voor Sara werkt meditatie, af en toe eens naar buiten gaan, een rustmoment inlassen. Maar waar kun je nog allemaal van ontstressen?

Lore: [00:22:11] Sommige mensen hebben nood aan een energiegever, iets wat een energiepeil boost. Andere mensen hebben dan weer nood aan een rustgever, iets waar ze echt rustig van worden wanneer ze overprikkeld zijn. Dus dat is ook weer zeer individueel.

Pieter: [00:22:22] Geef eens wat voorbeeldjes?

Lore: [00:22:23] Bijvoorbeeld lopen. Voor de ene persoon is dat echt een energiegever. Mijn vriend is een ochtendloper, die heeft dat echt nodig om zijn energiepeil te boosten en daar krijgt hij dan de ganse dag energie van. Ik ben een avondloper en ik zie dat meer als mijn rustmoment om mijn gedachten te ordenen, om mijn hoofd leeg te maken. Voor mij is dat echt een rustgever.

Pieter: [00:22:41] Sara doet ook aan mindfulness. Het is een heel groot woord, een heel bekend woord. Werkt dat bij iedereen?

Lore: [00:22:47] Dat hangt er ook van af. Bij de ene persoon werkt dat, bij de andere niet. Het is vooral belangrijk om je brein eventjes de mogelijkheid te geven om op iets anders te focussen. Voor de ene persoon is dat via mindfulness, de andere persoon doet dat liever via lopen of een andere sport.

Pieter: [00:23:00] Sara is ook bewust meer gaan bewegen. Helpt dat echt ook voor je mentale gezondheid?

Lore: [00:23:04] Dat hangt ervan af. Het mag geen verplichting worden. Veel mensen voelen zich nu verplicht om een halve marathon te gaan lopen en dat is zeker oké als dat goed voelt voor jou. Maar dat hoeft zeker niet.

Pieter: [00:23:14] En ik heb vandaag nog maar vierduizend stappen gedaan.

Sara: [00:23:17] Ik draag inderdaad een Apple Watch. Ik ben er heel blij mee. Het is natuurlijk ook een stappenteller en helpt om zo te zien hoeveel ik vandaag al bewogen heb. Als ik merk: oei, vier- vijfduizend stappen, dat is echt te weinig, dan ga ik bewust ook wel wat beweging in plannen. 3701 stappen, ja, dus ik heb nog wel wat in te halen vandaag! Het meet ook de slaap. Dat is allemaal niet zo accuraat, dan weet ik ook. Het is ook grappig, want 's morgens als we wakker worden dan vraagt Wouter “En heb je goed geslapen?”. “Wacht, ik zal eens kijken op mijn app”.

Emelien: [00:23:54] E-health dat zijn alle tools, methodieken en hulpmiddelen die je kunt inzetten om via digitale weg de gezondheid van mensen te beschermen en te bevorderen. Dat monitoren, daar haal je een heel belangrijk gedragsveranderingsprincipe aan. Dat is een heel belangrijke techniek die in heel veel interventies wordt ingebouwd en ook bijvoorbeeld in E-health tools. Een eerste belangrijke stap om effectief iets te gaan veranderen. 

We zijn niet altijd goed in het inschatten van ons gezondheidsgedrag. Ik weet niet of dat je die aanbevelingen kent rond 10.000 stappen zetten enzovoort. Ja, het is onmogelijk om gewoon zelf te gaan tellen hoeveel stappen je op een dag hebt gezet. Dus dergelijke systemen, E-tools, kunnen wel helpen om min of meer accuraat zicht te krijgen op je aantal stappen. Wij verkleuren ook soms de werkelijkheid. Zo gaan we er bijvoorbeeld van uit dat wat wij ons herinneren ook effectief vaker voorkomt. Bijvoorbeeld, als er iemand sterft die een vrije val heeft gedaan uit een vliegtuig, gaan wij dat als risicovoller inschatten dan, laat ons zeggen ongezond eten op dagdagelijkse basis of roken terwijl er wel overtuigende evidentie is dat roken een heel belangrijke risicofactor is. Alleen maar voor het ontwikkelen van verschillende types kanker. Wij laten ons soms ook een beetje leiden door kortetermijnvoordelen ten koste van de langetermijnbeloningen. En dat is het krachtige van zo'n monitoring tools. En daarbij komt nog een ander aspect. Je krijgt feedback eigenlijk over je gedrag. Je stressniveau wordt geregistreerd bijvoorbeeld geregistreerd en er wordt weergegeven dat het iets hoger ligt dan normaal. En dat is ook het krachtige van zo'n smartwatches. Je krijgt instant feedback en dat is net belangrijk ook aan feedback, dat het snel en gericht gebeurt. Dat is er de grootste kans dat we dan effectief de link gaan zien met ons gedrag en dat er iets in gang wordt gezet. Is dat voldoende om effectief gedrag te gaan aanpassen? Of bijvoorbeeld op de werkvloer, om bestendig ontspanningsoefeningen of wat dan ook in te bouwen? Wanneer je inderdaad ontspanningsoefeningen hebt ingebouwd en je ziet dat zakken op je horloge, ja dat zet wel aan om meer van dat te doen. Als ik een aantal verdiepingen doe op een dag, begint mijn horloge te trillen. Het is net of je een virtueel applaus krijgt voor het gedrag dat je hebt gesteld. Dat geeft wel een boost. En dat kan nog een stapje verder gaan. Wanneer je gaat gaan lopen heb je zo een typische app waarmee je jouw prestaties kunt delen met je omgeving. Er zijn mensen die dat op Twitter delen. Dat soort van sociale aanmoedigingen dat je krijgt helpen om ons gedrag effectief vol te houden en te stellen.

Pieter: [00:27:08] Ja, dus ik draag er één, zo'n Apple Watch. Dat zegt mij de hele dag door wat ik moet doen. Hoeveel stappen ik moet zetten, hoe lang heb ik mijn handen gewassen, ... Ik vind dat fantastisch. Maar ik zie, jij draagt er geen?

Lore: [00:27:18] Nee, ik heb geen. Klopt. Waarom? Ik heb het gevoel dat ik daar stress van krijg. Ik heb al een lijstje met heel wat zaken op en ik heb het gevoel dat dat weer een zoveelste verplichtingen zou zijn in mijn leven. Ik heb al een aantal keren op het punt gestaan om mij één aan te schaffen, maar dan toch iedere keer beslist om het niet te doen.

Pieter: [00:27:33] Dat begrijp ik. En dan gaan jullie dat ook niet aanraden aan de mensen waar jullie mee werken, die langskomen met stressvolle situaties? Ga je het ook niet aanraden om zo een Apple Watch te dragen?

Lore: [00:27:42] Nee, klopt dat is zeer individueel. De ene persoon krijgt daar stress van, de andere persoon ervaart dat als duwtje in de rug, maar dan moeten die mensen voor zichzelf uitmaken. Het allerbelangrijkste is dat je zorgt voor jezelf.

Sara: [00:27:53] Wat zelfzorg voor mij betekent? Dat zijn voor mij echt dingen die mij rust geven. Dat is dan niet iets actief, maar dat is dan echt genieten van een film bijvoorbeeld. Ik lees ook zeer graag. Ik heb zo’n relax - ik noem dat mijn dokter Spock zetel - in onze woonkamer die uitkijkt op de tuin. Kijk, als ik er al aan denk dat ik me daar vanavond of zo even kan terugtrekken met een boek: zalig, vind ik dat. Ik moet heel vaak aan dat beeld denken in het vliegtuig, dat je eerst je eigen zuurstofmasker moet opzetten alvorens je andere mensen kan helpen. En dat helpt mij wel om het mezelf toe te staan om echt ook af en toe goed voor mijzelf te zorgen. Het is een noodzaak om mij goed te voelen op het werk. We zitten ook in een job waarin we heel veel geven. En dat is goed, dat zit een beetje in mijn natuur ook, anders zou ik deze job niet doen. En tegelijk moet ik af en toe stilstaan en bewust even nadenken over "Hoe is het nu met mij? En wat heb ik nu nodig?" Ik vind dat essentieel om het te kunnen volhouden.

Emelien: [00:29:05] Mensen gaan een aantal stadia door voordat dat men zich eigenlijk in staat voelt ook effectief iets aan ons gedrag te doen en dit gedrag ook lange tijd vol te houden. Het transtheoretisch model van gedragsveranderingen wordt ook wel het Stages of Change model genoemd. In eerste instantie - en een groot deel van de mensen zit daarin - komt een soort van pré-contemplatiefase of voorbeschouwingsfase. Dit wordt gekenmerkt door absoluut niet in de nabije toekomst te denken aan het feit dat er iets moet veranderen. De daaropvolgende fase noemen we de beschouwingsfase of de contemplatiefase. Wat hier wordt geschetst is een belangrijke ambivalentie. Het geweten dat er ergens iets moet veranderen, inderdaad pauzes inlassen, af en toe eens gaan rechtstaan van je bureau. Maar - en heel grote maar - ook het idee van "Ik heb werk te doen. We gaan mijn collega's van mij zeggen?". Mensen kunnen daar ook wel overheen raken. Mits de nodige ondersteuning kunnen mensen in wat we de preparatiefase noemen, terecht komen. En dat is de fase van het verwoorden dat je iets wil gaan veranderen. Maar je ziet toch wel nog zekere obstakels. Maar ook daar: gepaste ondersteuning en coaching is belangrijk en men kan daar dan ook weer door raken naar de daaropvolgende fase. Deze noemen we de actiefase. Het opmerkelijke is: slechts in de actiefase kan je zeggen dat het juiste moment is gekomen om programma's rond levensstijl of eender welke vorm van groepssessies op het werk in te richten. Want voordien gaan mensen nog heel wat vraagtekens hebben. Het is pas in de actiefase dat je kan zeggen “Oké, mensen gaan effectief iets doen met het aanbod dat beschikbaar is”. Na de actiefase komt de behoudfase. Je kunt gedurende maanden deelnemen aan ontspanningsoefeningen op het werk maar het idee is dan dat je dat ook meer inbouwt in het dagdagelijkse leven. Maar hoe houd je dat vol, dat soort van gedrag? En dat is echt wel iets wat moet aangepakt worden in de consolidatiefase, want mensen kunnen hervallen. Dit soort inzichten zijn wel heel belangrijk, ook binnen een werkcontext. Ongezond werkgedrag is geen individuele aangelegenheid, het is een samenwerking tussen de keuzes die je als werknemer maakt - want je kan nooit iemand dwingen - en wat eigenlijk aangeboden wordt in een werkcontext.

Pieter: [00:31:42] Wat is dan de ideale vorm van zelfzorg?

Lore: [00:31:45] Dat voor iedereen anders. Voor de ene persoon is dat een bad pakken, dat kan muziek luisteren zijn, lekker gaan eten, goed slapen, van de zon genieten, iets gaan kopen voor jezelf, een terrasje doen, een cursus volgen, iets creatief doen, schilderen, boetseren, kan van alles zijn. Belangrijk is dat het kleine momentjes zijn die dan echt wel het grote verschil gaan maken op het einde van de dag. Het is belangrijk om jezelf graag te zien en toe te laten om voor jezelf te zorgen.

Pieter: [00:32:11] Dus dat is eigenlijk het belangrijkste: dat we gewoon meer tijd nemen om voor onszelf te zorgen?

Lore: [00:32:16] Inderdaad, het is belangrijk om preventief die zelfzorg in te bouwen en om elkaar ook te gaan stimuleren om aan zelfzorg te doen. Om dat ook een stuk te gaan normaliseren.

Pieter: [00:32:27] Dit was de allereerste aflevering van Het Betere Werk. Een podcast om het algemeen welzijn van onze UGent collega's te verhogen. Als je dit een interessante podcast vond, vertel het gerust verder aan je collega's en in de volgende aflevering hebben we het over samenwerken.